Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [52]Zij zullen dan al uw vrouwen en al uw [53]zonen tot de Chaldeen uitvoeren; ook zult gij zelf van hun hand niet ontkomen; maar gij zult door de hand des konings van Babel gegrepen worden, en gij zult deze stad met vuur [54]verbranden. 52. Het voorzegde wordt tot versterking wederhaald. 53. Van de dochters, die zonder hfdst.41 vs.10, met de aantekening, en hfdst.43 vs.6. 54. Dat is, maken, of ene oorzaak daarvan zijn, dat zij verbrand wordt, zie boven hfdst.21 vs.10, en hfdst.32 vs.29, en hfdst.34 vs.2,22. Anders: deze stad zal door het vuur verbranden, of verbrand worden; hoewel het Hebreeuwse woord in zulke betekenis nergens alzo meer wordt gevonden.